Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

 

Artikel 1 Algemene begrippen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
b
Raad voor werk en inkomen: de Raad voor werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 3;
c
Centrale organisatie werk en inkomen: de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4;
d
Centra voor werk en inkomen: de Centra voor werk en inkomen, genoemd in artikel 24;
e
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5;
f
Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6;
g
Inspectie Werk en Inkomen: de Inspectie Werk en Inkomen, genoemd in hoofdstuk 7;
h
Raad van bestuur: een Raad van bestuur als bedoeld in artikel 3;
i
Raad van advies: een Raad van advies als bedoeld in artikel 3;
j
uitvoeringskosten: de kosten ten behoeve van de uitvoering van wetten door de Raad voor werk en inkomen, de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank;
k
sociaal-fiscaalnummer: het nummer, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel j, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;
l
werknemersverzekeringen: de verplichte verzekeringen op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
m
volksverzekeringen: de verzekeringen op grond van de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet alsmede de Algemene Kinderbijslagwet;
n
werknemer: werknemer in de zin van de werknemersverzekeringen of een werknemer, artiest, beroepssporter, lid van een buitenlands gezelschap of een aangewezen andere natuurlijke persoon als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de loonbelasting 1964;
o
uitkeringsgerechtigde: de persoon die een uitkering of voorziening ontvangt op grond van:
1
de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, of
2
de Werkloosheidswet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Toeslagenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet, de Algemene Kinderbijslagwet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen of, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
p
het Inlichtingenbureau: de als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de gemeenten bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken op het gebied van sociale zekerheid;
q
doeltreffendheid: de mate waarin de doelstellingen van de bij of krachtens de wet gestelde regels werden bereikt;
r
klantmanager: functionaris die optreedt als begeleider en trajectcoördinator van een werkzoekende;
s
reïntegratiebedrijf: een natuurlijke persoon dan wel rechtspersoon die in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf de inschakeling van personen in de arbeid bevordert.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AV1430, Eerste aanleg - enkelvoudig, AWB 05/1093 WW
    Rechtsoort
    Sociale zekerheid
    Datum uitspraak
    09-02-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - enkelvoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Rechtbank 's-Hertogenbosch
    Het geschil spitst zich toe op de vraag of verweerder terecht en op goede gronden heeft besloten dat de fictieve opzegtermijn loopt van 1 augustus 2003 tot en met 31 augustus 2003, dat eiser over de periode van 1 september 2003 tot en met 4 februari 2004 niet in het bezit wordt gesteld van een WW-uitkering,...
  • LJN AZ8783, Cassatie, 01210/06
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    24-04-2007
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    De opvatting dat het opzet ook op het niet naleven van de in de bewezenverklaringen bedoelde wettelijke verplichtingen (in de ordeningswetgeving) dient te zijn gericht, is onjuist (HR NJ 1952, 314). De HR ziet (anders dan de AG in zijn conclusie) geen aanleiding voor een verandering van zijn rechtspraak op dit punt.
  •